DE VIOOL
De viool is het kleinste lid van de familie van gestreken snaar-instrumenten
waartoe de altviool, de cello en de contrabas behoren. De viool is voortgekomen
uit de vedel, een Middeleeuws strijkinstrument. De vier snaren (G-D-A-E)
worden aangestreken met een strijkstok, dit noemt men
arco. Wordt het instrument met de vingers aangetokkeld, dan spreekt
men van pizzicato.
De viool speelt een hoofdrol in het symfonie-orkest. In een groot symfonie-orkest
spelen zo'n
dertig violen mee, te verdelen in eerste en tweede violen. Hieronder
een afbeelding van de Cello, waarbij je de onderdelen, die
in principe hetzelfde zijn, goed kunt zien. Een onderscheid is uiteraard,
dat de viool en de altviool
"op de arm en onder de kin" worden bespeeld (vandaar de kinsteun),
terwijl de cello en de contrabas tussen de
knieën op de grond steunen (vandaar de staartpen) Een
viool bestaat uit een aantal met zorg (vaak met de hand gemaakte) onderdelen,
die aan elkaar gelijmd worden (zie onderste tekening) |
DE CELLO
DE ONDERDELEN VAN
EEN VIOOL
DE STRIJKSTOK
Ja, die koop je niet zo maar even bij de Hema. Het maken van een strijkstok
is een heel specialistisch werkje.
Strijkstokken worden gemaakt van een speciaal soort ijzerhout.
Daarnaast importeert de strijkstokmaker bepaalde soorten paardenhaar,
bijvoorbeeld helemaal uit China en dat wordt dan op die boog gespannen.
Elke violist heeft zo zijn voorkeur. Voor het spelen bestrijkt de violist
dit paardenhaar nog met een speciaal soort hars om het stroef te maken
TERUG NAAR VIOOL |
. |