Danse macabre (Dodendans)
Franse tekst van Jean Lahor (Henri Cazalis) (1840-1909)
Vertaald door Hans van Riezen (1947-2057)
Op muziek gezet door Charles Camille Saint-Saëns (1835-1921)
click> ENGLISH TEXT <click
Zig et zig et zag, la mort cri cadence
Frappant une tombe avec son talon,
La mort à minuit joue un air de danse, 
Zig et zig et zag, sur son violon. 
Le vent d'hiver souffle, et la nuit est sombre,
Des gémissements sortent des tilleuls; 
Les squelettes blancs vont à travers l'ombre
Courant et sautant sous leurs grands linceuls, 
~
Zig et zig et zag, chacun se trémousse, 
On entend claquer les os des danseurs, 
Un couple lascif s'asseoit sur la mousse 
Comme pour goûter d'anciennes douceurs. 
~
Zig et zig et zag, la mort continue 
De racler sans fin son aigre instrument. 
Un voile est tombé! La danseuse est nue! 
Son danseur la serre amoureusement.
~
La dame est, dit-on, marquise ou baronne. 
Et le vert galant un pauvre charron - 
Horreur! Et voilà qu'elle s'abandonne 
Comme si le rustre était un baron! 
~
Zig et zig et zig, quelle sarabande! 
Quels cercles de morts se donnant la main!
Zig et zig et zag, on voit dans la bande 
Le roi gambader auprès du vilain! 
~
Mais psit! tout à coup on quitte la ronde,
On se pousse, on fuit, le coq a chanté 
Oh! La belle nuit pour le pauvre monde! 
Et vive la mort et l'égalité! 
Tap, tap, tap, de Dood schopt ritmisch 
tegen een grafzerk  met zijn hiel 
De dood speelt een dansmuziekje 
op zijn viool om middernacht
De winterwind blaast en de nacht is donker
Gekerm klinkt uit de lindebomen
Witte skeletten  dolen door de schaduwen.
Hollend en springend onder hun wijde doodskleden
~
Tap, tap, tap, iedereen is in de weer.
Je hoort de botten van de dansers rammelen
Een wulps stelletje zit op het mos,
terugdenkend aan vroeger genot
~
Tap, tap, tap, De dood gaat maar door
op zijn schrille viool te krassen.
Een sluier valt! De danseres is naakt!
Haar partner omarmt haar liefdevol
~
Men zegt dat zij een markiezin of barones is
en haar groene geliefde een arme kruier.
Afschuwelijk!  En daar vergooit ze zich aan
alsof die kinkel een baron was !
~
Tap, tap, tap, Wat een Sarabande!
Kringen van lijken hand in hand.
Tap, tap, tap, In het gedrang 
zie je koning en boer samen dansen
~
Maar Stil!  Plotseling is de dans ten einde.
Vluchtend verdringen zij elkaar, De haan kraaide.
Oh! Mooie nacht voor een arme wereld
en leve de dood en de gelijkheid !
Groen onderstreept aanclicken:
Iedereen die "Danse Macabre" hoort, zal kunnen opmerken dat dit gedicht tot in detaildoor de muziek van Saint Saens wordt uitgebeeld. Aan het begin hoor je 12 klokslagen. Van de vijfde tot de achtste klokslag hoor je de wind, vertolkt door de violen. Deze wind hoor je na de twaalfde klokslag nogmaals.  Het Spookuur is begonnen. We horen de dood tegen de grafzerken schoppen. De violen spelen "pizzicato"  (tokkelen in plaats van strijken). Vervolgens stemt de Dood zijn viool en dat klinkt behoorlijk schril. De dood nodigt uit tot dansen en hij hoeft niet lang te wachten. Na twee slagen op de pauk (maat 32) klinkt een lokkende melodie. Dan kruipen de doden uit hun graven en een weemoedige walsmelodie weerklinkt,een paar keer herhaald door verschillende instrumenten  en tussendoor speelt de Dood een solopartijtje op zijn viool. Weer stemt de dood zijn viool, twee paukslagen, wéér de eerste melodie, waarbij ook de triangel en de bekkens worden gehoord. Nogmaals de walsmelodie. 
Voor de derde maal stemt de Dood zijn viool, waarna een variatie klinkt van de walsmuziek met telkens wisselende instrumenten. Het volgende instrument begint al te spelen, voordat de vorige klaar is. Daarna volgt weer de walsmelodie, afwisselend als vioolsolo en violen. Ook de harp is goed te horen. Dan gaat het stormen en onweren. Het dansen wordt steeds wilder. Regen en windvlagen met tussendoor het krijsen van de viool.
De storm groeit aan tot een vulkaan. Maar plotseling wordt het rustig. De dagenraad breekt aan. 
De haan kraait. Nu duiken de dansers hals over kop weer in hun graven. Een kort naspel, een beetje weemoedig, dan nog een paar laatste trillers en de twee paukslagen die het stuk afsluiten.

Dit alles is nog beter te volgen op de volgende bladzijde, waar ik het een en ander grafisch 
weergaf in een getekende partituur, die je maat voor maat kunt volgen terwijl de muziek speelt.
Het vereist  wellicht enige oefening en enig "scrolwerk", maar als het je lukt, kun je het hele 
muziekstuk  op  de voet volgen en zul je het beter begrijpen dan wanneer je "zo maar" luistert.
N.B. Een voorwaarde om de muziek goed te beluisteren is wel dat je een geluidskaart hebt 
die MIDI "begrijpt" !!
Op de meeste standaard geluidskaarten is MIDI "niet om aan te horen".
Het beste is  om gewoon mijn CD"Saint-Saens Synthesized"te kopen, 
dan klinkt het zeker goed en. . .
(-:. . na 30 keer luisteren heb je het geld aan niet gemaakte telefoonkosten er al weer uit . . :-)
NAAR DE PARTITUUR
.

.
Bestel hier mijn CD
"SAINT SAENS SYNTHESISED"
Met
"Carnaval des Animaux"
en
"Danse Macabre"

.
DANSE MACABRE by Saint-Saens.
The most popular of Saint-Saens' works, it was inspired by Henri Cazali's poem on the dance of the dead on Halloween.  The music was first composed in the form of a song, and later re-written as a symphonic poem. At its first performance in1875, it was too unconventional for the audience, but it gradually won such popularity that the composer adapted it for two pianos. Listz later rewrote the work for solo piano. 
Saint-Saens employed discordant musical effects in order to conjure up the vision of the dance of the dead, including the use of the xylophone to represent the rattling of the skeletons. 

Translation of the Poem "Danse Macabre" by Jean Lahor (Henri Cazalis) (1840-1909)

"Zig-a-zig-a-zig"—Death is tapping the tomb with his heel at midnight,
playing an air on his out-of-tune fiddle—
"Zig-a-zig-a-zag"—The winter windblows, and the night is gloomy groans can be heard in the trees. 
White skeletons dart through the shadows, running and jumping in their great shrouds. . . 
"Zig-a-zig-a-zig"—They each jig about, and one hears the clatter of the dancers' bones. . . 
A lascivious couple sits down on the moss as if to re-live the sweet nothings of yesteryear. . .
"Zig-a-zig-a-zag"—Death scrapes endlessly on his sour instrument. 
A veil is dropped, the dancer is nude, her young partner squeezes her lovingly; the lady, they say, is a marchioness or baroness, and the young man a common wheelwright. Horror! 
Look how she's carrying onas if the oaf was a baron!. . . 
"Zig-a-zig-a-zig"—What a hullabaloo! These rings of corpses are all holding hands!
"Zig-a-zig-a-zag"—One sees Kings leaping about in the crowd with thieves. . . 
But hush! All at once the dance stops. Elbowing each other aside, they rush, they flee; the cock has crowed. 
Oh what a beautiful night for the poor of the world. Long live Death—and Equality!'

The following is a free translation of the poem  (you can click the underscored text for a sound sample) :
 
Moonbeams break fitfully through the ragged clouds. Twelve heavy strokes sound from the bell in the church tower. As the last stroke dies away, strange sounds are heard from the graveyard, and the light of the moon falls on a ghastly figure: it is Death, sitting on a tombstone, tuning his fiddle. Shrieks are heard from the graves around and the wind howls through the bare tree-tops. 
The sinister notes of Death's mistuned violin call the dead forth from their graves, and clad in white shrouds, they flutter around in a demoniacal dance. The quiet of the churchyard is rent by hollow cries and horrible laughter. Wilder and wilder race the rattling skeletons round the figure of Death, as he beats time with his clacking skeleton foot. Suddenly, as if seized by a terrible suspicion, they stop. In the icy wind, Death's notes cannot be heard. A tremor runs through the ranks of the dead. The grinning skulls are turned, as if listening, towards the pale moon. There is a sad interlude as a couple, killed on their wedding night, dance out a tragic memory of their once happy times. But Death's goading notes once more shatter the silence, and once again the dead hurl themselves into the dance, wilder than before. The howling wind joins in the ghastly choir, and moans in the bare linden trees. Suddenly Death stops his playing. In the stillness that follows is heard the sound of a cock crowing. The dead scurry back to their graves, and the weird vision fades away in the light of dawn. 

SEE ALSO THE NEXT PAGE WITH AN "ILLUSTRATED MUSICAL SCORE"